Na telefonische of mail aanmelding wordt u uitgenodigd voor een kennismaking/intake gesprek. Daarin komt aan de orde uw aanmeldingsreden, de concrete klachten, uw huidige situatie (privé en werk), uw achtergrond, medische gegevens voor zover die relevant zijn voor de therapie.
Ik stel u de vraag naar wat u wenst en verwacht van de gesprekken. Ook de vergoedingsregeling komt aan de orde. Uiteraard kunt u zelf ook vragen stellen.
Er wordt een afspraak gemaakt voor een volgend gesprek, voorop gesteld dat u dat wilt en dat de problematiek binnen mijn behandelmogelijkheden ligt (zie onder informatie over welke problemen ik wel en welke ik niet behandel).
Het is beter te spreken van een intake fase omdat meestal niet alle relevante gegevens in één gesprek aan de orde komen. Zoals eerder op de website vermeld, staan we even stil bij de vraag of u zich voldoende op uw gemak voelt om mij uw vertrouwen te geven in het bespreken van vaak moeilijke en pijnlijke onderwerpen.
ROM portal:
Om (mede) te bepalen hoe effectief de behandeling en of de symptomen afnemen of verdwijnen wordt u aan het begin van de behandeling en 3 à 6 maanden later gevraagd een van de vragenlijsten (b.v. OQ 45 of SQ 48) in te vullen, de zogenaamde ROM meting. ROM is een afkorting van Routine Outcome Monitoring, ontwikkeld door de LVVP.
De intakefase
wordt afgerond met een diagnose- en indicatiestelling en een behandelplan dat met u wordt besproken. In overleg met u kan het behandelplan in de loop van de therapie gewijzigd worden.
In de behandeling
kan de nadruk vallen op het zoeken naar verbanden tussen negatieve ervaringen in het verleden en de huidige problematiek, het herkennen van vaak onbewuste patronen die verstorend werken in uw leven, stil staan bij uw handelen in moeilijke situaties en de vraag wat uw gedrag oproept bij andere en omgekeerd wat het gedrag van de ander oproept bij u.
Dan spreken we van Inzichtgevende Psychotherapie.
In de Cognitieve Gedragstherapie ligt de nadruk op het hier en het nu en wordt gezocht naar mogelijkheden om gedrag waar u last van hebt, te veranderen. In de praktijk is het vaak een mengvorm, een combinatie van beide therapievormen.
Frequentie van de gesprekken:
Frequentie en duur van de behandeling:
Bij het begin van de behandeling is een wekelijks gesprek raadzaam om een duidelijke probleem- en indicatiestelling te formuleren en een goed werkcontact tussen cliënt en therapeut te bewerkstelligen. Na drie gesprekken stel ik de vraag of de cliënt zich vertrouwd voelt bij mij. In de loop van de behandeling wordt overleg over de optimale frequentie, waarbij de continuïteit gewaarborgd blijft. De therapie wordt beëindigd met een evaluatie aan de hand van drie aan de cliënt gestelde vragen.
In het begin is het raadzaam een wekelijks gesprek te hebben. In de loop van de therapie wordt besproken of vermindering van de frequentie wenselijk is met behoud van de continuïteit.
Een gesprek duurt 45 à 50 minuten (directe tijd) plus 10 à 15 minuten (indirecte tijd, bedoeld voor de therapeut om notities te maken).
Duur van de behandeling:
Die is van te voren moeilijk vast te stellen en hangt af van de ernst van de klachten, uw motivatie,
uw geduld, de tijd die u voor de gesprekken kunt en wilt uittrekken, uw vermogen om gedragspatronen te veranderen en uiteraard van de kundigheid van de therapeut.
Afbouw van de gesprekken kan zijn in de vorm van geleidelijke afbouw van frequentie of afspreken van een bepaald aantal zittingen in de eindfase van de therapie.
In het afsluitende gesprek wordt in een terugblik op de therapie periode bekeken hoe u de gesprekken ervaren hebt en krijgt u van mij feedback over mijn ervaring van de therapie.
Met uw toestemming krijgt uw verwijzende huisarts een korte rapportage van het verloop en het effect van de therapie.